Zoals je in het bovenstaande voorbeeld kunt zien, bevat deze Integratie-Service-Hiërarchie niet alle services (1 tot en met 9), maar alleen de services vereist voor deze specifieke architectuur. Modeleer alleen services die informatie bieden voor verdere implementatie en operationeel gebruik of architectuurwijziging.
Bijvoorbeeld, met de Exposing Integration Service (9) laat je zien dat het om een loosly-couped integratie gaat. De realiserende functie eronder toont het integratiepatroon (db, bestand, bericht, gebeurtenis, api) en de assigned applicatie toont welk specifiek integratieplatform we hiervoor gebruiken.
Voor operationeel gebruik; Bij een probleem is met een bepaalde integratie, biedt deze weergave een startpunt tijdens incidenttoewijzing. Je kunt duidelijk zien dat op dit toepassingsniveau drie (en niet één!) partijen verantwoordelijk zijn voor het operationele welzijn van een integratie. Je kunt dus beginnen met contact opnemen met de verantwoordelijke partijen voor service 6, 8 en 2 en informeren (niet toewijzen) over het probleem.
Voor architectuurwijziging, wanneer je bijvoorbeeld de providerapplicatie vervangt, geeft deze weergave de specifieke providing integratieservice(6) die behouden moet blijven. Was je consistent bij het beheren van de leverende integraties, dan kan je gemakkelijk een tabel maken met te migreren integraties en hun specificaties.